Geschatte leestijd: 2 minuten
Er zit een monstertje in onze tuin. Eentje met zes grote, blinkende ogen. Mooi maar meedogenloos. Die dikke bromvlieg is haar prooi. Zopas gevangen. Met één enkele sprong vanuit stilstand een vlieg verrassen, je moet het kunnen. Want zoals je weet zijn vliegen echt wel, ahem, vliegensvlug!
De schorsmarpissa op de foto is een springspin. Hieronder zie je het volledige beestje. Is ’t geen beauty, met haar blinkende, grote ogen, de opvallende bleekoranje streep op het gezicht en het rood-bruin-witte vlekjespatroon? Ik vind haar alleszins prachtig!
Dit exemplaar leeft op het verweerde hout van de oude bierbak die dienstdoet als bijenhotel in onze tuin. Op de rode verf is ze perfect gecamoufleerd. En iedere avond zie ik ‘r daar. Dan komt ze uit haar schuilplaats voor een rustig, zelfs behoedzaam te noemen wandelingetje over de bak, met grote ogen rondkijkend naar gevaar of mogelijke prooien. En deze vlieg had dus prijs.
Ik zag ‘r daarna niet meer gedurende zes dagen. Zolang doet de marpissa dus blijkbaar over een dikke vlieg. Want waarom zou ze zich buiten wagen als het niet nodig is om te jagen ? Met een volle maag houdt dat alleen maar nutteloze risico’s in.
Maar nu is ze dus eindelijk terug, voor haar wandelingetje over de bak. En kijk ik terug iedere dag naar haar uit, op mijn wandelingetje door de tuin. Tot ze weer iets gevangen heeft natuurlijk. Want ’t is een mooi monstertje… maar o zo meedogenloos!
(Foto’s en woorden recht vanuit onze stadstuin in Sint-Amandsberg)
Ik heb nog foto’s van de schorsmarpissa!