Geschatte leestijd: 2 minuten
Er sluipt een seriemoordenaar rond in onze tuin. Deze duizendpoot glipt overal tussen en onderdoor, wringt zich in elke bocht, en weet zo zijn geliefkoosde pissebedden steeds te vinden. Het dier is een serieschakeling van segmenten met twee poten, wel vijftien stuks!
Het eigenaardige is dat ze worden geboren met veel minder segmenten. Bij de opeenvolgende vervellingen komen er telkens een tweetal segmenten met dito paar poten bij. Naarmate ze verder op het lichaam staan, zijn de poten steeds een beetje langer zodat ze elkaar niet (ahem) voor de voeten lopen. Het beestje is dus echt opgebouwd uit seriële schakelingen, en loopt razendsnel zonder struikelen rond met 30 poten. Doe dat maar eens na!
Met zoveel poten kan je er wel een paar missen om te lopen. Bij insecten zijn het vaak de monddelen die omgevormd zijn tot specifieke instrumenten, gaande van steeksnavels, zuigsnuiten, roltongen of kniptanden. Ook vleugels evolueerden tot dekschilden, evenwichtsorgaantjes, of verdwenen soms zelfs helemaal. Maar insecten hebben precies wel al hun zes poten nodig om te lopen. Die werden in de loop van de evolutie niet omgevormd tot andere instrumenten.
Niet zo bij de duizendpoten, dat zijn dus geen insecten. Het eerste paar poten konden ze blijkbaar beter voor iets anders gebruiken dan om te lopen, en werd omgevormd tot sterke, puntige gifklauwen, om prooien te grijpen en te verlammen. Deze klauwen zijn hol en verbonden met gifklieren, en daardoor altijd gevuld met gif en klaar om toe te slaan.
Op de foto’s zie je de gewone steenloper, onze meest algemene duizendpoot die in iedere tuin te vinden is. Hij jaagt in het donker, op de tast met zijn lange antennes die niets missen. Je begrijpt dat het als pissebed geen pretje is om deze duizendpoot tegen te komen! De ene na de andere speelt ie naar binnen. Maar wat had je ook anders verwacht van een seriële moordenaar?
Pissebedden zijn nochtans goed gepantserde prooien, en dus niet zo makkelijk voor de meeste “kleine” rovers.
Met beweeglijke gifklauwen/kaken lukt het wél om tussen de pantserplaten door de zwakke plekken te vinden.
De Roodwitte Celspin (met de heerlijke Latijnse naam Dysdera crocata) gebruik dezelfde techniek. Vergelijk haar wapens eens met die van de duizendpoot – de gelijkenis is opvallend.
Dankjewel voor de reactie Bart, interessant!
Top macrofotografie Maarten, en ik leer steeds bij!
Dankjewel Patrick, blij om te horen!
prachtig in beeld en verhaal gebracht.
Dankjewel
Dankjewel Ellen, steeds leuk om te horen!
Prachtige,interessante macro’s Maarten, en inderdaad, op m’n 84 ste en slechts twee po… heu! voeten moet het zelfs niet razend snel gaan of ik lig op de kortste keren tegen de vlakte.
Dankjewel Eric ! Maar jij 84, en zo overal nog naartoe huppelend, dat gelooft geen kat hoor ! 🙂